Les 1: Drama

Groep:

3/4

Lesduur:

45 minuten

Lesdoel:

Kinderen gebruiken spel en beweging om gevoelens mee uit te drukken (kerndoel 54)

Spelvorm:

Pantomime

Beginsituatie:

Leerlingen hebben vrijwel geen ervaring met drama op school.

Achtergrondinformatie voor de leerkracht:

In de film Inside Out spelen vijf emoties een belangrijke rol: Verdriet, Plezier, Woede, Afkeer (is samengevoegd met minachting) en Angst (is samengevoegd met verbazing). Om de daarbij behorende juiste, kenmerkende lichaamstaal te kunnen spelen is er advies ingewonnen bij een deskundige in lichaamstaal, de psycholoog Paul Ekman.

De persoonlijkheid van Riley wordt gedomineerd door de emotie Plezier. Riley is van zichzelf een vrolijk meisje. Volgens Ekman is dit hoe het in het menselijk wezen werkt: onze identiteit wordt gevormd door een specifieke emotie, die bepaalt hoe we de wereld zien. Heeft de emotie Plezier de overhand, dan zie je wereld in principe positief en zonnig. Heeft de emotie Woede de overhand, dan zal je op een bepaalde situatie eerder boos reageren.

Aan lichaamshouding en gezichtsuitdrukking kun je zien, hoe iemand zich voelt. Voor wat betreft de in Inside Out gebruikte emoties, is dat als volgt:

• Woede: frons tussen de ogen, samengeperste lippen, aangespannen spieren, stevig staan, voeten uit elkaar, gebalde vuisten, iets naar voren geleund.

• Afkeer: mond iets open, tong iets naar buiten, armen over elkaar, gesloten houding.

• Plezier: zachte uitdrukking, lachende mond, lachende ogen, open houding, 'lichte' houding.

• Angst: schouders iets opgetrokken, ietwat ineengedoken.

• Verdriet: mondhoeken naar beneden, wenkbrauwen iets opgetrokken, hangende schouders, ingezakte houding.

Receptieve fase (15 minuten)

In deze eerste fase van de les bekijken en bespreken we klassikaal onderstaande afbeelding. Het is een afbeelding waarop alle vijf de emoties afgebeeld staan bij het bedieningspaneel. Alle emoties hebben de hen kenmerkende houding en uitdrukking, waaraan gezien kan worden welke emotie ze uitstralen.

De volgende vragen worden gesteld:

1. Kijk goed naar de gezichten (gezichtsuitdrukking) en de manier waarop de emoties staan (lichaamshouding). Hoe kun je aan Woede zien dat hij boos is?

2. Wie van de figuren is er bang? Waar zie je dat aan?

3. Hoe zie je aan Plezier dat ze vrolijk is?

4. Wie zal er verdrietig zijn? Hoe zie je dat?

5. Wat zie je aan de houding en gezichtsuitdrukking van Afkeer?

Na elke vraag beelden de kinderen de desbetreffende emotie ook even uit (tevens energizer en motivator). Geef de kinderen mee dat ze dit overdreven doen.

Productieve fase (15 minuten)

Klassikaal kijken we naar onderstaand stukje uit Inside Out. Het is een fragment waarin Riley broccoli te eten krijgt, maar voordat dit uitmondt in een emotie, zet de leerkracht de film stop (het juiste moment is verlengd zodat dit altijd goed zal gaan).

De leerlingen worden in vijf groepen verdeeld. Zij krijgen de volgende opdracht:

Jullie groepje is een emotie. Hoe zou het filmfragment aflopen wanneer jullie emotie achter het bedieningspaneel zou staan?

Geef elke groep een kaartje met een emotie. De leerlingen krijgen ongeveer vijf minuten om met hun groepje de desbetreffende emotie zo overdreven mogelijk te oefenen. Zij gebruiken daarbij mimiek en lichaamshouding.

Reflectieve fase (10 minuten)

De leerlingen tonen met hun groepje de uitbeelding van hun emotie aan de rest van de klas.

De andere leerlingen geven tips en tops, met name hoe mimiek en houding zijn gebruikt.

Als afsluiting kijken de leerlingen het fragment nogmaals, nu met de emotie van Riley erbij.

De leerkracht kan deze dramales aangrijpen om leerlingen te vragen naar de manier waarop zij met een bepaalde emotie omgaan (sluit aan bij kerndoel 34, sociaal en emotionele ontwikkeling).