Les 2: Muziek
- Rosan Snelleman, Birthe Wolf, Bram Wickel
- 29 mrt 2016
- 4 minuten om te lezen
Groep:
4/5
Lesduur:
60 minuten
Lesdoel:
De leerlingen kunnen herleiden bij welke emotie een stuk muziek past.
De leerlingen gebruiken muziek om een emotie mee uit te drukken (kerndoel 54).
Beginsituatie:
Op het zingen van liedjes na hebben de leerlingen weinig ervaring met het maken van muziek.
Achtergrondinformatie voor de leerkracht:
In de film Inside Out vervult de muziek een belangrijke rol in het ondersteunen van de vijf emoties. De emoties worden door de muziek namelijk extra benadrukt. Componist Michael Giacchino, die vier keer eerder al voor Pixar heeft gewerkt, zegt dat deze soundtrack zijn meest emotionele tot nu toe is. Aanvankelijk was het de bedoeling dat elke emotie een eigen thema zou krijgen. Later in het proces zag men echter in dat dit eigenlijk niet correspondeert met het echte leven. Immers, je voelt niet altijd maar een emotie, maar deze lopen vaak in elkaar over. Om deze reden zijn de verschillende thema’s meer afgesteld op de gebeurtenissen die Riley meemaakt en minder op de emoties zelf. Toch is de muziek erg duidelijk en voor kinderen goed te interpreteren.
Bij het luisteren van muziek kunnen we ons vaak een emotie voorstellen. Dit doen we bijvoorbeeld aan de hand van onderstaande kenmerken:
Vrolijk: hoog tempo, majeur akkoorden, hoge noten, korte noten, los gespeeld
Droevig: laag tempo, mineur akkoorden, lage noten, lange noten, gebonden gespeeld
Woede: hoog tempo, mineur akkoorden, veel accenten, korte noten, hoge en lage noten door elkaar
Spanning: Tempo bouwt op, zacht naar hard, lage noten duren lang hoge noten zijn kort
Receptieve fase (20 minuten)
In deze eerste fase van de les luisteren we klassikaal naar een aantal fragmenten uit de film. Op het bord staan de vijf karakters uit de film. De leerlingen krijgen vijf gekleurde stukjes papier die overeenkomen met de kleuren van de karakters (zie onderstaand). Bij het horen van het fragment steken ze het gekleurde stuk papier omhoog waar ze aan denken bij deze muziek.

Eerste fragment: Riled Up
Dit fragment is spannend. De muziek bouwt op en wordt steeds harder. Kan het beste gekoppeld worden aan de emotie angst.
Tweede fragment: Goofball No Longer
Dit fragment begint boos. Het heeft een hoog tempo en is erg energiek en zit vol met onverwachte accenten. Dit past het beste bij de emotie woede.
In het tweede stuk van het fragment is verdriet aan de orde. Het is langzaam, in mineur en zit vol met lange noten die doorklinken. Dit stuk past het beste bij de emotie verdriet.
Derde fragment: Imagination Land
Dit is een vrolijk fragment. Het tempo ligt hoog en er zitten veel korte vrolijke noten in (majeur). Dit past het beste bij plezier.
Bespreek de fragmenten met de leerlingen. Welke kenmerken hebben ze ontdekt voor een vrolijk muziekje, welke bij een verdrietig etc. Is ze opgevallen dat er een groot verschil in tempo zit tussen verdrietig en vrolijk?
Laat na dit bespreken nog twee fragmenten horen. Deze zijn bijzonder interessant omdat dezelfde basismelodie is gebruikt. Hier is goed te horen wat tempo en toonlengte met een muziekstuk doen.
Vierde fragment: Free Skating
Dit fragment wordt langzaam gespeeld en aangevuld met lange galmende tonen. Dit stuk past goed bij de emotie verdriet.
Vijfde fragment: First Day at School
In dit fragment ligt het tempo een stuk hoger en spelen diverse instrumenten een hoop korte noten. Hier blijkt duidelijk de emotie vrolijk van toepassing.
Vat met de leerlingen de opvallendste zaken samen door op het bord een overzicht te maken met vier emoties (voornamelijk tempo en toonlengte). Vul deze samen in.


Productieve fase (30 minuten)
Verdeel de leerlingen in tweetallen en verstrek ze een iPad en twee koptelefoons (met splitter). Op de iPads mogen ze met het programma Garageband een stuk muziek componeren. Laat de leerlingen kort zien hoe het programma in zijn werk gaat en hoe de sporen werken. Ook de functie om een stuk te laten herhalen (loopen) kan handig zijn.
Beperk de mogelijkheden die het programma biedt, door de leerlingen enkel de smart strings of smart keyboard te laten gebruiken. Ze kunnen nu relatief eenvoudig een melodie maken en een tempo instellen. Wel hebben ze genoeg mogelijkheden om te spelen met het type piano (tot synthesizers aan toe) en bijvoorbeeld galmeffecten en kunnen ze diverse strijkinstrumenten selecteren (violen klinken vrolijker dan de contrabas bijvoorbeeld).
Laat de leerlingen even met het programma spelen alvorens je de opdracht geeft.
De opdracht die ze krijgen is de volgende:
Maak een stuk muziek van ten minste 30 seconden waarin je één van de vier emoties uit het schema verwerkt.
Laat de leerlingen naast het componeren ook opschrijven wat voor stuk ze gemaakt hebben en waar je dit aan kunt horen. Hiermee kan gecontroleerd worden of ze bewust bezig zijn geweest de kenmerken in hun compositie te verwerken.
Reflectieve fase (10 minuten)
Koppel drie tweetallen en laat de ze de composities aan elkaar horen. Kunnen ze aan de muziek horen voor welk karakter/emotie dit stuk is gemaakt?
Evalueer hierna klassikaal door te vragen of ze elkaars muziek juist konden interpreteren. Laat een aantal composities ook nog klassikaal horen en laat de leerlingen van deze compositie vertellen welke elementen van het schema op het bord ze verwerkt hebben.
Recente blogposts
Alles weergevenDe droom van Riley Riley in haar nieuwe huis Verdriet treurt Download hier de antwoorden die bij de afbeeldingen horen.
Comments